Verslag kennissessie 7 maart 2019
Recreatie, mobiliteit en bereikbaarheid in Buytenhout
Locatie: Stadsboerderij BuytenDelft
Aantal aanwezigen: 28 deelnemers
Gé Kleijweg, voorzitter van het initiatief BuytenHoutTafel, heet iedereen van harte welkom. Vanavond gaan we dieper in op het onderwerp ‘Recreatie, Mobiliteit en Bereikbaarheid in Buytenhout’. Er zijn specialisten uitgenodigd om de discussie te verrijken. De meeste aanwezigen zijn ook bij de voorgaande sessies geweest en Gé stelt tevreden vast het al een hechte club begint te worden.
Sabrina Lindemann van projectbureau OpTrek schetst het programma van de avond, waarbij de focus ligt op de ambities voor de langere termijn. Welke maatregelen kunnen nu genomen worden om die ambities te halen?
Presentatie Tinco Lycklama over recreatie
Voor Tinco Lycklama is het drie tot vier jaar geleden dat hij iets in Buytenhout heeft gedaan. Hij werkt bij een onderzoeks- en adviesbureau over natuurbeleving en buitenbeleving, twee zaken die goed passen bij Buytenhout. Zijn advies: stuur aan op een balans vanuit de kernwaarden die voor het gebied zijn vastgesteld.
Als trend m.b.t. recreatie ziet Tinco dat steeds meer mensen naar buiten gaan: een stijging van 10 %. Er is veel vraag naar beleefbare en bereikbare buitengebieden. Mensen willen vliegen met drones, lasergamen, sporten, maar ook nog steeds, en steeds meer, wandelen, fietsen, varen en paardrijden. Deze activiteiten leveren soms onderlinge spanningen op, dus dit moet goed gemanaged worden.
T.a.v. toerisme is er sprake van een verdubbeling. Deze toeristen komen ook naar de buitengebieden. Mensen willen overnachten en vergaderen in de natuur en ook het bijzonder overnachten neemt een vlucht. De druk op wonen en verblijven neemt toe. 34% van de economie bestaat uit vrijetijdseconomie. Het is de kunst om een goede balans te houden, zodat het voor het gebied zelf behapbaar blijft.
Kansen voor Buytenhout zijn:
- Bereikbaarheid zonder barrières
- Bekendheid: Weten mensen wat er te doen is en hoe mooi het gebied is?
- Beleefbaarheid
Een van de aandachtspunten in Buytenhout is het zwemwater. In Rotterdam bij de Kralingseplas geldt dat ook en daar worden nu veel verschillende stakeholders betrokken om blauwalg te bestrijden. Tinco adviseert om te bedenken welke voorzieningen aantrekkelijk zijn voor de recreanten in het gebied. Bij de Kralingesplas was een moestuin succesvol, die zorgde voor reuring en contact. Hoe willen mensen in Buytenhout de natuur beleven? Willen ze buiten de paden kunnen wandelen, sporten in de natuur of hebben ze behoefte aan natuureducatie voor kinderen? Denk ook aan blotevoetenpaden en aan festivals in de natuur. Bij de gemeenten zijn inwonersprofielen beschikbaar, om te zien wat voor soort inwoners er zijn.
Een opgave voor Buytenhout is dat de stroom bezoekers toeneemt. Door Airbnb krijg je een verweving van wonen en toerisme en dit soort toeristen komt ook van het buitengebied genieten.
Wat is de draagkracht van het gebied? In Veere wordt dit gevraagd aan de inwoners: ervaar je overlast van toeristen? In heel Zeeland is een stop gezet op het bouwen van accommodaties aan de kust. Als je daar nog iets wilt bijbouwen, moet je iets doen aan leefbaarheid en duurzaamheid. Deze wens komt uit de politiek en van de bewoners.
De opgave voor Buytenhout is om de plekken ruimtelijk te houden en te denken aan stiltegebieden en zones voor bepaalde soorten recreatie. Recreanten zorgen voor druk op het gebied. Toeristenbelasting is een heikel punt, maar toeristen zijn tijdelijke bewoners, dus waarom zouden die niet bijdragen aan het gebied waar ze van genieten? Denk daarbij aan een vignet voor een mountainbike-route, betaald parkeren op drukke tijden, tot zelfs een betaalde entree of een gebruikerspas. Dat laatste is niet direct Tinco’s aanbeveling, maar het is wel een mogelijkheid.
Conclusie: de druk op de buitenruimte neemt toe. Benut de kansen, stuur aan op een balans, werk samen als gemeentes en betrek bewoners en maak financieel inzichtelijk wat de kosten en mogelijke bijdragen zijn.
Vanuit de zaal wordt gevraagd of die toename van recreanten een blijvende trend is. Volgens Tinco wel: de drang om naar buiten te gaan neemt alleen maar toe. Openheid en een echte natuurbeleving zijn schaarse goederen en worden alleen maar belangrijker. Op de Waddeneilanden leeft dat inzicht ook, en zo is er op Vlieland bewust voor gekozen om geen woningen bij te bouwen.
Iemand anders merkt op dat het bij toeristen sterk wisselt wat ze komen doen. Belgen komen om te fietsen, Chinezen juist niet.
Presentatie Hans Voerknecht over mobiliteit
Hans Voerknecht is senior onderzoeker en adviseur mobiliteit bij CE Delft. In het verleden heeft hij zich beziggehouden met de bereikbaarheid van de kust. Recreanten waarderen de stranden meer wanneer die beter bereikbaar zijn. De gebruikelijke benadering van mobiliteit en recreatie is: de mensen moeten er kunnen komen. Hans pleit voor een omgekeerde benadering: wat kan het gebied aan?
Mobiliteit vraagt om fysieke ruimte. Met name de auto neemt veel ruimte in, terwijl recreatiegebieden gedijen bij kleinschalige wegen. In Buytenhout loopt het nu vaak vast bij Du Midi: de weg is te smal en er zijn te veel auto’s. In Zwolle is gevraagd aan mensen in wat voor wijk ze willen wonen: een wijk met veel auto’s op straat, of een met veel groen. Iedereen wilde veel groen, maar ook de eigen auto voor de deur. Ditzelfde principe geldt voor recreatiegebieden: we willen zo min mogelijk auto’s zien, maar er wel zelf met de auto kunnen komen. Ook de horeca wil parkeerruimte hebben, hoewel dit voor goedlopende overdaghoreca niet per se noodzakelijk is, blijkens een goedlopend, alleen per per fiets of wandelend bereikbaar, pannenkoekenhuis elders in het land.
Er is een groot verschil tussen de mobiliteitsbehoefte bij slecht weer en bij mooi weer. Voor beiden kan je een apart scenario maken. Bij mooi weer is het gebied er primair voor de fiets en zijn auto’s te gast. Op diverse punten kan het autoverkeer dan worden afgesloten. De parkeerplaats bij de Dobbeplas wordt snel een chaos bij mooi weer en dat geldt ook voor andere plekken. Het idee is dat mensen bij mooi weer op de fiets komen. Zorg dat je bij OV-stations fietsen kunt huren. Voor de mensen die niet kunnen fietsen kan je zorgen voor fietstaxi’s, duofietsen, huifkarren, elektrische tuktuks etc. Vanaf treinstation Delft kan je een aantrekkelijke fietsroute aanbieden. Zorg dat mensen goed geïnformeerd worden, bijvoorbeeld met Smart Mobility (innovatieve ict-oplossingen voor mobiliteit). Dat een dergelijk goedweer-scenario werkt, zie je bijvoorbeeld bij het evenement ‘Kom in de Kas’: daarbij wordt duidelijk gecommuniceerd dat mensen op de fiets moeten komen en dat gebeurt ook. Wel heb je dan verkeersregelaars nodig die uitleggen hoe je ergens moet komen.
Voor Buytenhout betekent dit beleid onder andere dat je het doorgaande verkeer opheft tussen de Noordeindseweg en de Korftlaan. Je kunt dan wel het gebied in en uit rijden, maar niet meer er doorheen.
Gé haakt aan bij dit pleidooi, omdat het hem doet denken aan het autovrij maken van de Delftse binnenstad. Gé: ‘Destijds was daar veel weerstand tegen en nu zouden we het niet meer anders willen. Ik voel nu hetzelfde bij het buitengebied.’
Presentatie Rik Grashoff over mobiliteit
Oud-bestuurder Rik Grashoff (die er destijds voor gezorgd heeft dat de binnenstad autovrij werd) ziet het groene gebied Buytenhout als patio met de omliggende gemeenten daar als villa omheen. ‘Zo’n patio is bedoeld om van te genieten, niet om doorheen te rijden.’ In het stedelijke gebied gaat veel veranderen. In Nederland komt er een miljoen huizen bij. Steden verdichten, zoals in Delft gebeurt in de Spoorzone, maar die verdichting houdt een keer op en dan zijn de groene zones aan de beurt. In Delft komen er 15.000 woningen bij. Los van dat het drukker wordt, omdat er meer mensen komen, neemt bij al die mensen ook de behoefte om te recreëren toe. Waar nu glastuinbouw is, kan over 20 jaar wonen en groen komen.
Rik pleit ervoor om Buytenhout nadrukkelijk te bestempelen als recreatiegebied en niet als natuurgebied. ‘De vraag is: wordt het een lommerrijke patio of een hondenuitlaatstrook?’ Rik signaleert al een overmatige druk in het gebied: op zomerdagen is het rond de plas een puinhoop. Hij laat een paar foto’s zien van situaties in het gebied. Zo is er een nieuw fietstunneltje dat leuk is voor forensen, maar totaal niet past bij het recreatieve karakter van het gebied, omdat het een recht stuk asfalt in een diepe schacht is. Buytenhout leent zich eerder voor langzame, recreatieve verbindingen waarbij je optimaal van het landschap geniet. Een andere situatie is de A13. Je kan doen of het de zee is, maar Rik vindt dat er een geluidsscherm moet komen. De Korftlaan is gedeeltelijk een fietsstraat waar auto’s te gast zijn, maar als Rik er fietst maakt hij regelmatig mee dat automobilisten toeteren, omdat ze hem willen passeren. Rondom de grote plas zijn veel parkeerplaatsen die ruimte in beslag nemen en nauwelijks benut worden. Vanuit de patio-gedachte pleit Rik ervoor om betaald parkeren in te voeren aan de rand van het gebied; in het gebied zelf loop of fiets je. Ook stelt hij voor een extra OV-entree te creëren aan de Randstad-Rail met goede horeca erbij.
Presentatie Laurens Engelbrecht over Kennis vanuit de gemeente Delft
Laurens Engelbrecht, adviseur stedenbouw van de gemeente Delft, vertelt dat de laatste Gebiedsvisie van de Delftse Hout in 2008 is gemaakt. Daarna kwam de crisis, dus veel van de plannen zijn niet uitgevoerd. Het thema van de Gebiedsvisie was het gebied beschouwen als gebruikersgebied. Het was de bedoeling om meer de structuur zichtbaar te maken en de verschillende sferen te versterken om zo het gebied meer tot zijn recht te laten komen:
Het idee was om het parkeren naar de randen te brengen. De sportvelden hebben best veel parkeerplaatsen over, maar vanuit daar kan je lastiger het gebied in. Het was de bedoeling om assen te maken die het gebied verbinden met de binnenstad, maar dit plan is nauwelijks uitgevoerd.
In een onderzoek van Goudappel Coffeng zijn de parkeerplekken en het openbaar vervoer bekeken. Momenteel wordt het autoverkeer naar de Korftlaan omgeleid via IKEA, maar dit wordt ook weer anders.
Presentatie Kees van Wijk over Kennis vanuit de gemeente Pijnacker-Nootdorp
Kees van Wijk, hoofd afdeling wijkbeheer van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, begint met een overzichtstekening van het gebied, waarbij duidelijk de omlijning opvalt van de A12, A13 en A4. Kees vindt de benaming ‘patio’ goed gekozen, zeker wanneer in 2020 de nieuwe randwegen zijn aangelegd. Er waren twee plannen om de infrastructuur uit te breiden, door het bos tussen Pijnacker en Nootdorp en een oost-westverbinding. Beide plannen staan niet meer op de agenda. Op de vraag uit de zaal of extra infrastructuur nodig is, antwoord Kees dat de automobiliteit per woning nog steeds stijgt, onder andere door de vele bezorgdiensten. Voor de fiets valt op dat het fietsroute-netwerk mooi vertakt is. Het nieuwe, verbrede Virulypad met een wandel- en ruiterpad ernaast, is volgens Kees een enorme kwaliteitsverbetering.
Stadsecoloog Diny Tubbing van de gemeente Delft vult aan dat Buytenhout-West een groot gedeelte van de ruimte inneemt binnen de omlijning van de snelwegen. De diversiteit van natuur in het gebied is groot, en zo ook de verschillende vormen van recreatie. De poorten naar het gebied zijn vooral de entrees vanuit de gemeenten. Ook Diny toont het plaatje van hierboven met de diverse zones. Deze zijn handig om activiteiten een plaats te geven in het gebied. Een aandachtspunt is de Hertenkamp, die ziet er nu niet optimaal uit en daardoor bestaat het risico dat er iets anders gaat gebeuren. Misschien een evenement, willen we dat en wat voor type evenement dan? In het verleden is bij de Grote Plas het plan geopperd om een waterskibaan te realiseren. Omdat er een belangrijke vleermuizenroute bleek te zijn, ging dit plan niet door. Over het Virulypad zegt ze dat dit voor de gebruiker misschien mooi breed is, maar dat het kleinschalige en landschappelijke daarmee verdwijnt. Ook moet je kijken naar de verkeersaantrekkende werking van activiteiten en van het gebied: wat kan het gebied aan? Voor de Delftse Hout is in 2012 een leefstijlenonderzoek gedaan. Er was toen vooral veel behoefte aan gezelligheid: wandelen, fietsen. Daar is ook veel aanbod voor. Het advies was toen het zorgen voor goede routes en het probleem was het onderhoud en de informatievoorziening. Naast recreatie was er ook behoefte aan stiltegebieden.
Presentatie Rudi van Venetië van Staatsbosbeheer
Rudi van Venetië is accountmanager bij Staatsbosbeheer Zuid-Holland en heeft zich jarenlang met Buytenhout beziggehouden. Buytenhout is formeel een recreatiegebied, met uitzondering van het krekengebied, dat een beschermd natuurgebied is. Buytenhout kent veel variatie in het landschap: er zijn open gebieden met gras, waterpartijen en bos. Op dat bos is soms kritiek, omdat mensen een open polderlandschap willen, maar in het bos kunnen veel mensen recreëren zonder dat ze elkaar zien. Bos is dus heel handig om veel recreanten in op te vangen. In de omgeving van Buytenhout wonen 2,1 miljoen mensen binnen een straal van 15 km. In 2017 hadden het Balijbos en het Bieslandse Bos 245.000 unieke bezoekers, die veelal uit de omgeving kwamen. Van de recreanten komt 56% om te wandelen, 38% voor fietsen/wielrennen, 13% om de hond uit te laten en steeds 10% voor hardlopen, het bezoeken van de horeca of gewoon om te recreëren. Redenen om naar het gebied te komen zijn: buiten zijn, een frisse neus halen. Mensen komen niet naar het gebied toe om iets te beleven (1%), wel om van het landschap te genieten (32%) en om te bewegen (36%). De waardering voor het gebied is een 7,5. Vergeleken met 2015 zijn er ongeveer evenveel unieke bezoekers, is de gemiddelde leeftijd iets hoger, zijn er meer fietsers en worden er minder honden uitgelaten.
Staatsbosbeheer heeft niet langer tot doel om recreatiegebieden te beheren, dus wat gaat er met Buytenhout gebeuren? Een hek eromheen en het een natuurgebied noemen? Te koop zetten? Als we het gebied willen behouden, moeten we wel nadenken hoe. Het gebied moet onderhouden worden, anders krijg je verrommeling. Hetzelfde geldt voor recreatiegebied Midden-Delfland.
In hoeverre zijn de ondernemers in Buytenhout al aan het anticiperen op het feit dat het drukker gaat worden? Sabrina vraagt het aan Linda Duijndam (de Groenteboerin, de Weilandwinkel) en aan Pim Meijkamp (Vakantiepark Delftse Hout, beter bekend als de camping).
Linda: “Afgelopen Pasen hadden we een actie om het fietsen te stimuleren: iedereen die op de fiets kwam, kreeg een doosje eieren. We willen mensen naar de boerderij laten komen, maar we brengen nu ook de boodschappen naar de stad, om het verkeer naar ons toe te beperken. Je merkt aan onze oprijlaan dat het drukker wordt, dat past niet. We willen graag dat iedereen de boerderij kan beleven, maar dan liever een keer per half jaar.”
Pim: “We willen dat mensen naar ons toekomen, maar dan de auto of de camper bij ons laten staan. De bus rijdt niet meer bij ons. We hebben nu wel de elektrische tuktuks van Doel en andere vervoerders. Op het vakantiepark wordt het drukker. We zijn aan het inbreiden. Als het niet meer in de Delftse Hout past, zouden campers kunnen uitwijken naar een andere plek. Mensen in campers komen doorgaans meer voor cultuur dan voor natuur. Ook zorgen we voor fietsverhuur, onder andere met duo-fietsen. En er is een goede looproute naar de stad, aangegeven met borden.”
De aanwezigen gaan in twee groepen uiteen voor een gesprek over de ambities voor het gebied voor de langere termijn.
Conclusie groep 1
Rik: ‘We willen naar een autoluw gebied. Met namen het krekengebied mag rustig zijn; de andere gebieden willen we beter met elkaar verbinden voor het langzame verkeer. Wat betreft recreatie gaat het om de vraag of je wel of niet gaat intensiveren, waar en wanneer? We willen meer mensen gaan bedienen en zones toepassen voor het type recreanten. In bepaalde deelgebieden is er dan meer mogelijk, zolang het de recreatie in de overige deelgebieden niet in de weg zit. Voor festivals is ruimte, zolang ze in het gebied passen en hierbij kan je ook kijken naar een geschikt moment in het jaar. Het voorzieningenniveau, zoals horeca, mag omhoog, wat betekent dat er méér komt, niet iets groters. Tot slot willen we meer spreiding, zodat ook de oostkant van het gebied beter benut wordt.’
Conclusie groep 2
Richard: ‘Het gevaar van zonering is dat er op papier meer extremen mogelijk zijn, dan dat het in de praktijk goed uitpakt. De recreatie wordt dan steeds intensiever. Zorg dat de randvoorwaarden helder zijn en dat het gebied als geheel bij elkaar blijft passen. Rust was een van de kernbegrippen, daar komen de mensen voor, evenals voor het landschap. Die twee moeten we niet uit het oog verliezen. De Delftse Hout moet als één zone ‘smoel’ krijgen.
Momenteel zijn er problemen op piekdagen, kan je daar flexibele oplossingen voor bedenken? Voor het verkeer en voor tijdelijke horeca. Als type recreant denken wij aan mensen die voor de rust en de omgeving komen, dit kan ook als hardloper zijn.
Wat betreft mobiliteit neemt het aanbod van mensen voor dit gebied toe. Het aantal fietsers verdubbelt. Dit weten is een eyeopener. Hoeveel mensen kan je hebben in het gebied? De auto mag eruit, maar dan moet je wel kunnen fietsen. En maken we het gebied toegankelijk voor ouderen? Wat ons betreft is het een gebied voor mensen die actief willen zijn. Realiseer je dat er 45 miljoen wordt uitgegeven voor wegen en niet voor een natuurgebied. We moeten het belevingswaardebelang van Buytenhout duidelijk naar voren laten komen. Momenteel wordt een deel van het gebied door tuinbouw gedomineerd, maar dit verdwijnt als het elders goedkoper kan. Een andere gedachte: als je je bedenkt dat recreatie in de natuur een economische functie is van het gebied, is het interessant voor gemeenten om in het gebied te investeren.’
Afsluitend zegt Richard dat hij dit de meest waardevolle sessie vond tot nu toe: ‘De andere sessies waren waarschijnlijk nodig om op dit punt te komen, maar vanavond zijn we echt de diepte ingegaan.’
Vanuit de zaal komt de oproep om onder ‘langzaam verkeer’ ook de roeiboten en fluisterbootjes te rekenen.
Gé bedankt iedereen voor de waardevolle avond. Hij herhaalt wat Linda inbracht in de groep waar hij bij zat: deelgebieden zijn leuk, maar het moet wel één gebied zijn bij elkaar. Dat je op willekeurig welke plek in het gebied weet dat je in Buytenhout bent.